Op de signeersessie van Jaap Montagne, Leids stadsdichter, t.g.v de presentatie van zijn nieuwe dichtbundel ‘Biotopia’, bood Hans  aan Jaap al slammend diens ‘Breimachine Brei’ in het Duits aan. 

Breimachine brei

Mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

mijn moeder had een breimachine

breimachine brei

ze breide

truien en vesten

truien en vesten

truien en vesten

soms een sjaal

truien en vesten

truien en vesten

truien en vesten

soms een sjaal

zoemend en zoevend

zonder kabaal

Mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

van FRTZZ en FRTZZ en Zjoem en zjoem

heen en weer en weer en weer

Ja, een breimachine brei

een breimachine brei

Mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

En wij, broer en zussen

en wij?

maandag wasdag, woensdag gehakt

vrijdag vis, zaterdag soep

zondag je mooie nette kleren

en mijn moeder

en zij?

Een breimachine brei

een breimachine brei

en wij, broer en zussen

en wij

dronken thee of limonade

speelde spelletjes voor de kolenkachel

dopte andermans boontjes

gewoon, heel gewoontjes

maakte huiswerk aan tafel

kluwde de wol

en op de mono radio

geen beatles, geen stones

geen rappers, geen peppers

geen Rock & Roll

Maar mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

met honderd haken

honderd ogen

een lange wollen draad

een rails met kleine pinnetjes

waar een soort van treinje over gaat

een teller voor de toeren

een geweldig apparaat

die breimachine brei

die breimachine brei

Mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei

Mijn moeder had een breimachine

een breimachine brei.

en wij

broers en zussen,

en wij

een breiMAchine brei

Jaap Montagne, december 2013

Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

Strickmaschine strick

sie strickte

Pullis und Westen

Pullis und Westen

Pullis und Westen

manchmal ’nen Schal

Pullis und Westen

Pullis und Westen

Pullis und Westen

manchmal ’nen Schal

summend und schnurrend

kein Lärm allemal

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

und Plitzeflitze, Rumm, Summ, Summ

hin und her und dann rechtsum

ja, ’ne Strickmaschine strick

’ne Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

und wir, Geschwister,

und wir?

montags Wäschetag, mittwochs Hackfleisch,

freitags Fisch, samstags Suppe,

am Sonntag nur die feinen Kleider

und die Mutter

und sie?

’ne Strickmaschine strick

’ne Strickmaschine strick

und wir, Geschwister,

und wir

tranken Tee oder Limonade,

spielten vor dem Kachelofen,

enthülsten die Bohnen

ohne Belohnen, ganz normal

Hausaufgaben an dem Tisch

wickelten Wolle

und im Monoradio

keine Beatles, keine Stones

keine Rapper, keine Pepper

kein Rock & Roll.

aber Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

mit hundert Haken

hundert Ösen

einem langen Wollfaden

dazu Schienen mit kleinen Stiften,

wo quasi eine Kleinbahn verkehrt

einem Zähler für die Reihen

fabelhaftes Trickgerät

die Strickmaschine strick

die Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

Mutti hatte ’ne Strickmaschine

’ne Strickmaschine strick

und wir,

Geschwister,

und wir

’nen Strickmaschinentick

Nachdichtung Hans van der Veen,

Dezember 2013