BEVLOGEN JAREN - DICHTERLIEDER

Op 1 juni van het jaar 2019 presenteerde Hans van der Veen zijn jongste bundel Bevlogen Jaren/Dichterlieder met 17 gedichten van Willem Wilmink Ned./Duits aan de weduwe van Wilmink, mevr. Wobke Wilmink-Klein.

Onderstaand een voorbeeldtekst uit deze uitgave:

achterlangs

De meeste treinen rijden achterlangs het leven.

Je ziet een schuurtje met een fiets ertegenaan.

Een kleine jongen is nog op, hij mag nog even.

Je ziet de keukendeur een eindje openstaan.

Als je maar niet door deze trein werd voortgedreven,

zou je daar zonder meer naar binnen kunnen gaan.

Zodra de schemer was gedaald,

was je niet langer meer verdwaald.

En je ontmoette daar niet eens verbaasde blikken.

Je zou toch komen? Iedereen had het vermoed.

Ze zouden even haast onmerkbaar naar je knikken,

want wie verwacht is, wordt maar nauwelijks begroet.

Je zou je zomaar aan hun tafel kunnen schikken

en alle dingen waren plotseling weer goed.

Zodra de schemer was gedaald,

was je niet langer meer verdwaald.

Je hoefde daar geen druppel alcohol te drinken,

want grenadine zou je smaken als cognac.

Je zag het haardvuur achter micaruitjes blinken, 

er kwam een merel zitten zingen op het dak.

En die paar mensen die je nooit hebt kunnen missen,

kwamen daar binnen met een lach op hun gezicht.

Je zou je voortaan nooit meer in de weg vergissen,

je deed het boek van alle droefenissen dicht.

Maar ach, de trein is doorgegaan

en kilometers daarvandaan.

Rückseite

Die meisten Züge zeigen dir die Rückseite vom Leben.

Du siehst ’ne Scheune, ein Rad steht an der Wand gelehnt.

Ein kleiner Knabe ist noch auf, er darf noch eben.

Du siehst ’ne Küchentür ein wenig angelehnt.

Und wäre nicht der Weg vom Zug dir vorgegeben,

du könntest da hinein, wohin dein Auge geht.

Sobald die Dämmerung dann gekommen,

wäre der Irrweg dir genommen.

Da träfen dich keineswegs erstaunte Blicke.

Du wolltest kommen ja? Ein jeder hatte es sich gedacht.

Kaum spürbar würde man dir leicht zunicken,

denn dem Erwarteten gibt man nur wenig Acht.

Dein Platz am Tisch würde sich einfach schicken

und alles Schwere wäre plötzlich weggelacht.

Sobald die Dämmerung dann gekommen,

wäre der Irrweg dir genommen.   

Da brauchtest du kein Tröpfchen Alkohol zu trinken,

denn Grenadine hätte deinen Kognak wohl ersetzt.

Das Feuer sähest du im Herd dann traulich winken

und eine Amsel hätte singend sich aufs Dach gesetzt.

Die wenigen Leute, die dir nachher sehr fehlten,

sie kämen hier mit lachenden Gesichtern ’rein.

Nie mehr die Irrwege fortan, die dich so quälten,   

das Buch mit allem Trübsal sollte jetzt geschlossen sein.

Doch ach, der Zug fuhr weiter fort,

war Meilen schon entfernt von dort.